inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1847 - 1939

poëzie (nr. 4.681):

Avondliedje

Het avondt stil en zoetjesaan
is ook de zon aan ‘t ondergaan.
Ze kleurt de blauwe hemel rood
en violet de blanke sloot,
de peppels langs het weidepad
verroeren niet een enkel blad.
Ze kijken naar de zon die wijkt
en zachtjes laag en lager strijkt.

De molen op de hoge dam
Gaat zwaar, hij strekt de roeden stram
En lomer, lomer, lomer gaan
De wieken tot ze stille staan.
Zo roerloos staan ze aan het wiel
Alsof de slaap hen overviel
Wat avondrood gloeit nog omhoog
In ‘t donker van zijn vensteroog.

Nu is het alles wijd en zijd
Verwaasd in vale donkerheid
en alles is zo vaag zo ver.
Maar klaarder tinkelt ster na ster
De hemel spant zijn sterrekleed
Weer over ‘s werelds last en leed
En schenkt wat alles zorgt en strijdt
de weldaad der vergetelheid.

Schrijver: G.W. Lovendaal
Inzender: Redactie, 17 augustus 2022


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 2.686

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)