Over de zee hangt matelijk te tampen
Over de zee hangt matelijk te tampen
een zoele en droeve klokke door de mist.
De dag is zonder klaarte en zonder lampe.
Hij, die zijn hart bezit, weet wat hij mist.
Een stemme galmt, en ieder loopt verloren.
Ik loop alleen. En 'k weet dat duizend zijn
die naast me dragen door te dichte smoren
lijk al te volle teilen melk hun pijn.
Ga niet terug: gij zult de weg niet vinden.
Gisteren, morgen, en eenzelfde klacht.
De mist-klok zingt onzichtbaar-manend in de
dag-witte nacht.
God aan zee (1926)
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Redactie, 5 november 2020
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid