inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1819 - 1889

poëzie (nr. 993):

HET ZIEKE KNAAPJE

Eens woonde er in een nauwe straat
Een knaapje, zwak en teer:
Hij lag er met verbleekt gelaat
Op 't eenzaam ziekbed neer.
Hij lag er sedert jaar en dag,
Waarin hij zon- noch maanlicht zag;
En toch, bij al zijn zielsverdriet,
Hij klaagde of morde niet.

Maar eindlijk, op een zomernacht,
Sloot hij de handjes saam',
En fluisterde zo smekend zacht
Zijns Heilands dierbre naam.
Hij bad zo vurig en zo lang:
‘Och Heer! nu wordt mij al te bang:
Och Here Jezus! kan het zijn,
Verlos mij uit mijn pijn!’
En toen de moeder 's morgens kwam,
En riep en nogmaals riep,
Daar lag het lief onnozel lam
Zo roerloos of hij sliep.
Maar ijskoud was zijn aangezicht,
Zijn vriendlijke oogjes bleven dicht,
Zijn lipjes waren blauw als lood....
Het arme kind was dood.

Toen vlocht men hem uit rozenblaân
Een kransje om het haar;
En deed hem sneeuwwit linnen aan,
En leî hem op de baar.
Toen droeg men, onder luid geween,
Het lijkje naar het kerkhof heen;
En liet het neer in 't donker graf,
En sloot de kelder af.
Maar vrolijk steeg, ter zelfder stond,
Zijn zieltje naar omhoog,
Totdat het dáár de Heiland vond,
En in Zijn armen vloog.
Nu leeft en zweeft het voor Gods troon,
En zingt er op verrukte toon,
En speelt er in der zalige rij,
Een Engeltje als zij!

Wie delen wil in 't heilgenot,
Waartoe hem God verhief,
Die zij gehoorzaam aan zijn God,
En hebbe Jezus lief!
De Heer was eenmaal ook een kind:
Hij is de beste Kindervrind,
En wie Hem mint op kinderwijs,
Die geeft Hij 't Paradijs!

Het nachtegaaltje (1851)

Schrijver: J.J.L. ten Kate
Inzender: adm, 8 januari 2007


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.6 met 13 stemmen aantal keer bekeken 1.940

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)