inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1880

poëzie (nr. 4.257):

SNEYSSENS

Afgrijselijk! In de vale sching van 't zwartgestreepte westen
En onder donkere vlagenzwangere hemel,
IJlt wanhopig een vlucht voorbij en jagend achtervolgen,
En noodgehuil en zegekreet en staalklang
Verdoven klacht en rochel der gesmeierde gewonden.
o Wanhoop! Deze vlucht waar stalen ruiters
In kerven, het is Gent dat vlucht, der Vrijheid laatste hope!
Het zwaait een hand de Gentse Klauwaardsvane,
Het roept een stemme door 't gehuil: 'Wie helpt de goede poorters
Hun vrouwen en hun kinders wederzien?
Gent! Al die meedoen hier! Gent, Gent!' -
De vlucht splijt rond een molen,
Die, reuzig spook, in 't wordend donker rijst,
Golft ijlend links en rechts voorbij. De ruiters stormen. Dol,
Blind, ijselijk botsen zij op vijftig speren.
Tien peerden storten. Steigrend woelt de schare. Razend krielt
Een worsteling rondom de molenwal.
Uitzinnig sert die wederstand de zegedronken ruiters.
Door 't bliksemen van zijn gonzend zweerd omgeven,
Almachtig staaft de Vaanderig van Gent de wederstand,
En kerft en kerft, en peerd en peerdegast
stort neer. De lijken stapelen in het rond hoop over hoop.
Maar overmacht verplettert heldenmoed.
En op een bloedige lijkenwal daar staat in 't vale tweelicht*
De Vaanderig aleen en bliksemt voorts,
Pal. 'Geeft u over' schreeuwt men. 'Gent' juicht hij en splijt een ruiter.
Het hagelt zweerden op hem. - 'Geef u over! -
'Gent!' juicht hij en zijn weerlicht snijdt drie ruiters door de stormhoed,
en steigerend wijkt de stormloop. Huiverend schudt
De Vaanderig zijne linker hand. Zij valt. Een bloedstraal speerst.
Maar bloedig sluit zijn arm 't gescheurde vaandel.
'Geef over' schreeuwt men. - 'Gent' huilt hij, en bleek en zwijmelend staat hij
In 't bloedig wederlichten van zijn zweerd,
Afgrijselijk schoon! Een nieuwe storm behagelt hem met zweerden,
Maar wijkt gekneusd en steigerend terug.
'Geef over' schreeuwt men. - 'Gent" huilt hij en zwaait een bloedige scherve,
Maar stort doorkorven op de lijkenhoop.
'Geeft over' schreeuwt men. - 'Gent' zucht hij en wanhopig zich rechtend
Kwetst hij een ruiter met des vaandels punt,
Bezwijmt en zieltoogt, krampachtig des vaandels flarden grijpend,
Zucht nog eens: 'Gent!', spuigt bloed en sterft. En sidderend,
De zweerden neder, stil en stom bewonderen hem de ruiters.
De vlucht verdwijnt in 't donkeren van de verte. -
Ei! Kynegyros, ween van spijt, en werp uw kroon naar Sneyssens!

--------------------------------------------------
--------------------------------------------------

Cornelis Sneyssens: afgemaakt aan de hoek
van de Hundelgemse en Gaverse Steenweg te Gent
maar niet voordat hij eerst nog een ruiter zal verwonden,
bloed zal spugen en nog eens 'Gent' zal zuchten...

sching - glans
smeieren - verpletteren
tweelicht - schemering
speerst - spat

Kynegyros - broer van Aischylos, die hij verloor
bij de slag van Marathon.

Schrijver: Albrecht Rodenbach
Inzender: Redactie, 31 mei 2021


Geplaatst in de categorie: oorlog

4.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 2.336

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)