OP HET AFWEZEN VAN PHILLIS
Verstoken van de zon, die mij weleer verlichtte,
En die wel eertijds placht vreugde in mijn ziel te stichten,
Leef ik nu vol verdriet:
Wat; leef ik? Neen, ‘k leef niet,
Mits dat ik dagelijks voor duizend doôn moet zwichten.
Ik leef dan niet: ‘k doe al: wel hoe zou ik niet leven?
Ik voel te zeer d’ellende waardoor ik word gedreven
En d’eindeloze smart:
Maar ik leef zonder hart,
Vermits dat is tot pand bij mijn Godin gebleven.
Hoe leef ik zonder hart? Dat kan geen mens goed vinden
Mits dat het hart de ziel komt aan het lichaam binden;
Maar ‘k ben mijn ziel ook kwijt:
Wat dient er dan gezeid?
Dat ‘k in mijzelf niet leef, maar leef in mijn beminde.
-----------------------------------------------------
- Phillis veel voorkomende naam van een mooie minnares
Een bekende Phillis in de literatuur is de Phillis die zeer bedroefd was toen haar minnaar Demophon niet op haar huwelijksdag verscheen
- Op het afwezen van…: bij de afwezigheid van…
- Mits: vermits
- Dat kan geen mens goed vinden: dat kan geen mens accepteren
Afrikaense Thalia (1678)
Schrijver: Wilhelm G. van FocquenbrochInzender: adm, 12 februari 2019
Geplaatst in de categorie: ex-liefde