inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1869 - 1945

poëzie (nr. 1.023):

AFSCHEIDSBRIEF VAN EEN LELIJK MEISJE

Ik heb jou heel de avond nagelopen
Maar jij doet net alsof je mij niet ken
En als je omkeek ben ik weggekropen
Omdat ik weet dat ik zo lelijk ben

Voor je me zei, dat jij me graag mocht lijen
Had ik nog maling aan m'n scheve nek
Ik dacht dat toch geen mens met mij wou vrijen
Want mooie meisjes zijn 't meest in trek

Voor jou had ik me bloesie aangetrokken
Droeg ik m'n hoedje van de modeplaat
Maar voor 'n winkelruit ben ik geschrokken
Toen 'k zag hoe lelijk mij die rommel staat

Al rook ik niet zo lekker als 'n dame
Je hebt me helemaal niet aangeraakt
Je zat je voor mijn lelijkheid te schamen
Je hebt me dronken in een kroeg gemaakt

En toen ik niks kon zien en niks kon horen
Ben jij 'm stiekem met m'n geld gesmeerd
En met de gouwe bellen uit mijn oren
Moest ik betalen wat je had verteerd

Al droeg ik grove keukenmeidenkleren
Al was je vies van zo'n mismaakte meid
Mijn arme centjes wou je wel verteren
Mijn hele spaarbankboekje ben ik kwijt

En toen je vroeg om kermis te gaan hou'en
Had ik feductie in je slappe hoed
Ik dacht, dat ik jouw smoesie kon vertrouwen
Maar ik had geen erg in jouw gemene snoet

Ik ben te lelijk om me te verkopen
Ik ben te dom om zo gemeen te doen
Daarom ben ik 't water ingelopen
Adieu, vaarwel, ik eindig met ’n zoen

Schrijver: Koos Speenhoff
Inzender: adm, 26 februari 2007


Geplaatst in de categorie: vrouwen

3.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 2.031

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)