inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1857 - 1931

poëzie (nr. 4.218):

Ballerinen

Als een vlucht van mooie duiven, pauwenstaarten, blank van veren,
Strijkend op een mollig grasperk, zacht, met zacht geroekedoe,
Als een golf van schuim, aanzwellend met een ruisen als van kleren,
Borlend, ziedend, bruisend, spattend, schitterblank naar d’oever toe,
Zó de zwerm der ballerinen, als zij, bij ’t gejoel der snaren,
In een licht wolk van tul de schermen komen uitgevaren.
Eérst een schomlen, traag, schoorvoetend, met heel teder handbewegen,
Dán een zweven, hangen, schuiven langs de planken, vederlicht;
Straks, een plotsling ópwaartwillen, of zij eensklaps vleugels kregen,
Hoog opzwaaiend blanke handen en met stralend aangezicht…
Nu, als zomervlinders, flidderfladderend rond rijpe rozen,
Zwenken zij, elkaar omarmend, grillig buitlend twee aan twee,
Of zij glijden, glibberen, gletsen, hakend naar het zoete kozen,
Met vooruitgestoken lippen, nippensvaardig, zoenensreê.
Somstijds, breed en breder slaan de armen uit, als waterminnen,
Buitlend op de rug der golven, ’t mondje zoenend elke baar,
Schijnen, wen haar jurkjes flappen óp en neer als grote vinnen,
Ze om te dartlen, als dolfijnen, speelziek wentlend, schaar bij schaar.
O die rappe, gladde benen! O die gladde, rappe tonen!
Sneller, lichter dan de lichtste en snelste tonen huplen zij…
Op ’t arpeggio van de vedel tekenen zij, die tovertonen,
Arabesken, - glijdend, glibberend, gletsend…als een zucht…voorbij…

Schrijver: Pol de Mont
Inzender: Redactie, 3 april 2021


Geplaatst in de categorie: kunst

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 1.959

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)