inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1881

poëzie (nr. 1.056):

Zij sluimert

Zij rust in 't malse mos en houdt gebogen
Die arm, die mos en lokken beiden strelen, -
Een sprei van groene schaduw, zacht bewogen,
Daalt uit de zilverlovers der abelen;

Zij ademt zuchten en zij lacht, als togen
Er dromen door heur ziel, die vrolijk spelen:
O, zoete hoop! Straks opent zij heure ogen,
Straks zal de hemel nieuwe heemlen telen:


Slaap zacht! Ik zie de donkre nacht genaken,
Dat gij uw oog voor eeuwig houdt geloken, -
Dan sluimert gij, maar kunt niet meer ontwaken:

Dan zal de zode, die gij dekt, ú dekken,
Dan zal geen zonnestraal uw lippen stroken,
Geen lied van 't woud u uit die sluimer wekken. -

Mathilde (1882)

Schrijver: Jacques Perk
Inzender: adm, 21 mei 2007


Geplaatst in de categorie: tijd

3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 2.418

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)