inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1849 - 1907

poëzie (nr. 1.118):

De oude van de berg

‘k Heb eens gedacht: de tijd zal komen,
Dat Poëzie heeft afgedaan; -
’t Is uit met mijmren en met dromen,
Geen zang of zucht kan meer bestaan; -
Of zal de kunst het veld behouden,
Zij spare ons grotten, klippen, wouden,
En minneleed en dweperij, -
Wil ze in de branding niet bezwijken,
Zij moet met kennis zich verrijken,
En volg’ het weten van nabij.

Wil zij het jongst geslacht bekoren,
Zij tovere met elektrisch licht,
Ze omvliege ’t Aardvlak langs zijn sporen,
En hou de telescoop gericht;
Zij zing’ de Geest, die dagelijks wijzer,
Zijn kracht ontleent en geeft aan ’t ijzer,
Tot scheppend monster toebereid; -
In ’t wed van heden moet zij baden,
Bazuinen langs metalen draden
De nieuwe lof der Nijverheid.

----------------------------------
wed: waterplas, water

Schrijver: Jacob Winkler Prins
Inzender: adm, 28 september 2007


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 11 stemmen aantal keer bekeken 2.256

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)