inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1809-1876

poëzie (nr. 1.121):

Nieuwe klompjes

Mijn Kees-oom is een timmerman,
Daar is geen knapper op de werf:
Hij maakt in huis en op het erf
Al wat-je zien of denken kan;
Zijn hand is ruw, en grof zijn stem,
Maar ‘k ben daarom niet bang voor hem;

Hij kneep me lestmaal in mijn oor
En zei: ’Nu, als ge vlijtig leert,
Uw Vader en uw Moeder eert,
Dan krijgt ge er wat op Kerstijd* voor!’
En tintelde ook mijn oor er van,
Toch keek ik Kees-oom vriendlijk ân.

En denk ‘reis wat hij heeft gebracht?…
Een nieuw paar klompjes, puik en net,
Met zilvren neusjes afgezet,
Gevoerd met witte schapenvacht…
En binnen in daar lag een brief,
Waar op stond: ’Voor mijn Neefje-lief!’

En Moeder zei me met een lach:
‘Nu ziet ge maar, mijn beste maat!
Hoe of het zoete kindren gaat;
‘k Hoop dat je nu zo blijven mag!’
En ‘k gaf Moeder-lief een zoen
En zei dat ik mijn best zou doen!

---------------------------------------
Kerstijd: tijd van de kersen, in het Nederlands een verdwenen begrip

Al de kinderliederen (1861)

Schrijver: J.P. Heije
Inzender: adm, 5 oktober 2007


Geplaatst in de categorie: kinderen

2.2 met 8 stemmen aantal keer bekeken 1.498

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)