inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1540 - 1598

poëzie (nr. 1.123):

Psalm 131

Een psalmliedt Davids

1.
O Heer, mijn hert' en is niet hoogh',
Ick heb oock gheen hooveerdich oogh':
End' stae niet hoogh' noch onverschaemt
Na grootersaecken dan m'en taemt.

2.
Ick houd' voorwaer mijn sinnen stil,
End' speense van haer lust end' wil,
End' houd' mijn hert' alsoo vercleendt
Als t'jonck kindt dat de moeder speent.
Ben ick niet als een kindt, het welck
De voester speent van hare melck,
Soo moet ick van nu rechte voort,
In mijn ghebet zijn onverhoort.

3.
Dat Israel vry hop' end' wacht,
Op Gods des Heeren groote macht,
End' op zijn ontfermherticheyt,
Van nu tot inder eewicheyt.


Moderne versie:

Een psalmlied van David

1.
HEER, niet trots is mijn hart,
Niet hoogmoedig mijn blik,
Ik zoek niet wat te groot is
Voor mij en te hoog gegrepen.

2.
Nee, ik ben stil geworden,
Ik heb mijn ziel tot rust gebracht.
Als een kind op de arm van zijn moeder,
Als een kind is mijn ziel in mij.

3.
Israël, hoop op de HEER,
Van nu tot in eeuwigheid.

Het boeck des Psalmen Davids (1580)

Schrijver: Marnix van Sint Aldegonde
Inzender: adm, 31 oktober 2007


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 28 stemmen aantal keer bekeken 7.587

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
jacolien
Datum:
23 april 2008
Email:
jacolientej1997hotmail.com
Heel mooi die oude woorden.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)