inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1808-1858

poëzie (nr. 3.480):

Staaltjes van ijdelheid

Nos poma natamus.

Zo hopen dwaze paardevijgen,
Die, daar ze in 't stinkend stalvocht staan,
In hun vermeet'le drekhoop-waan
Hun afkomst onbeschaamd verzwijgen
En zweren, dat ze uit zwemmen gaan,
Door al dat gaad'loos bluffen slaan
Tot ooger glorie nog te stijgen,
Een eretitel te verkrijgen,
En, recht men 's Landsheers bruiloft aan,
Als app'len op 't dessert te staan.

Zo waant zich vaak 't bezopen veulen
Der ezelin een jeugdig paard,
En, zo het de oren en de staart
Slechts weg kan steken of verheulen,
De hoge prijs van 't strijdros waard.

Zo laat een boer zijn nagels groeien,
En smeert zijn wenkbraauw met een kurk,
En steekt zich in een wijde jurk,
En draagt een staart, gelijk zijn koeien,
En kapt zich als een burgerwees,
En laat zich in zijn schaatsen schoeien,
En huurt, voor draak, een Leidse Kees,
Om naar 't Museum heen te roeien,
Waar hij zich aandient als Chinees.

Schrijver: Gerrit van de Linde
Inzender: Redactie, 8 december 2018


Geplaatst in de categorie: humor

2.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 1.847

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)