inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 3.440):

Wenen

Ha! beklaag hem, die gevangen
Onder 't wegen van de pijn,
Niet en kan een trane ontvangen,
Wenen en gelukkig zijn!
Arme schaap! hoe moet het lijden
Door en door zijn herte snijden
Daar het blijft in barensnood
Van de bittre vrucht ontbloot!

Tranen, bittre vrucht des lijdens,
Drank die 't smachtend herte laaft,
Zaad der vreugde en des verblijdens,
Die God zelf verlichting gaaft,
Toen, nog wandlende op de wereld,
Menige uur, Zijne oog, bepereld
En met droefheid overlaên,
Stortte aanbiddelijk getraan.

Tranen, als bij noenestonde
't Blussend reegnen op het kruid,
Als de perel die de wonde
Van 't gekwetste pijnhout sluit,
Als de frisse navondkoelte
Na de hete zomerzoelte,
Zoeter, ja, veel zoeter nog,
Zijt gij, bittre tranen, toch!

Dank o Heer, die mij ontsloten
Hebt de bronne van 't getraan,
Die 'k zo dikwijls heb genoten,
Dikwijls er naar toe gegaan:
Moet het krimpend alsemdrinken
Vriend of vijand mij nog schinken,
Geef mij, anders niet, o neen!
Geef mij dat ik tranen ween.

Stroom van droefheid, eedle tranen;
Bittre beken des geweens,
Hoe kunt gij de wegel banen
Tot vertroosting, wat gemeens
Hebt gij, dreuplen van de smerte,
Met de honingdauw des herten?
Waarom, als ik lijden moet,
Zijt gij, tranen, toch zo zoet?

God-zijn wegen zijn verholen,
Als Hij zalfkruid wassen doet
Waar de slange zit verscholen
Die de wandlaar bijten moet:
Dank aan Hem, aan Wie 't bekend is
Of er mate in onze ellende is.
Dank aan die 't geween daar van
Met het wenen troosten kan!

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: Redactie, 11 juni 2018


Geplaatst in de categorie: verdriet

3.2 met 17 stemmen aantal keer bekeken 4.341

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)