De geranium
Hier is zij opgegroeid en groot
Geworden, voor het smalle raam.
Zij heeft geen afkomst en geen naam.
Zij is alleen maar schoon en rood.
Fier laat zij in haar forse schoot
De tintelende bloemen staan,
En heft onttakeld en ontdaan,
De tuil nog, pralend met zijn dood.
Zij kent alleen dit vreemd bestaan
Van groeien en te gronde gaan
Tezelfder tijd, in 't enge rijk
Der kamer voor het raam te prijk,
Door nood verschrikt noch vreugd verward,
Want sterk en bitter is haar hart.
Kaleidoscoop (1938)
Schrijver: Willem de MerodeInzender: Redactie, 2 augustus 2022
Geplaatst in de categorie: natuur