inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1885 - 1933

poëzie (nr. 1.225):

Zoals gij

Zoals gij, zijn wij blinden en onwetend,
Al zien wij in uw duizendvoud’ gelaat,
O Liefde, die te vroeg komt, of te laat,
En gaat van waar gij kwaamt, uzelf niet wetend.

Gedachteloos, strooit gij een heerlijk zaad
De winden over, eigen gaav’ niet wetend,
En tijd, en plaats, en doel, en wil, vergetend,
Gaat gij een weg, en weet van goed noch kwaad.

En toch is het zo goed, - want nu geschiedt,
De eeuwig nieuwe wording van het zijnde,
Het bloeien en vergaan terzelfder tijd.

Het onberekenbare wordt een feit,
De kleur is klank, de stilte werd een lied,
En vreugde wordt de smart, die zich verreinde.

Schrijver: Abraham van Collem
Inzender: adm, 10 september 2008


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 2.028

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)