O, rust van Tonbridge na 't rusteloos Londen
Aan vier Engelsche makkers,
(Mickel, Clement, Sidney en Paul.)
O, rust van Tonbridge na 't rusteloos Londen;
Hier welt het water helder, 't veld staat blauw
Van vlas, de hoge hop rankt langs zijn touw,
De wilde wingerd houdt elk huis omwonden.
En elke dag zet in één zaalge brand
De hemel en uwe hemelsblauwe ogen.
Wij dwaalden, nu verdiept, dan opgetogen,
Ik zag naar u, de hemel, 't akkerland.
En 't was uw vraag: 'Gij waart een blij bewoner
Van rijke steden en van weidse streken
Is mijn dorp schoon? Mijn land? Waar vindt men schoner?'
En 't antwoord: 'Maat: ik heb mijn weg gewend
Van land naar land, niets heeft mij meer geleken
Dan uw dorp Tonbridge en uw heuvlend Kent.'
Liederen (1917)
Schrijver: Jacob Israel de HaanInzender: Redactie, 16 oktober 2020
Geplaatst in de categorie: woonoord