inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 1.233):

Aan het venster te Ulm

Ik zat aan 't venster waar de Donau vloot
En op mij aankwam aan mijn rechterhand
En onder mij verdween. De donkre rand
Van den en loofhout die hem schuilplaats bood
Scheidde mijn berg en voorgrond van de schoot
Van 't volle en tintenrijke en golvend land:
Akkers, veld, dorpen met geboomte omplant;
En kim blauwde achter kim, die 'k diep genoot.

Toen kwam een nevel en die pracht verdween.
Alleen het blinken van de rechte stroom,
En onder me als een wal die donkre zoom,
En een lijngolving hier, en ginder een,
Waar ik het land uit raadde. Tot de dag
Zonk, nadat ik nog ééns een einder zag.

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: Redactie, 16 november 2008


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 1.036

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)