Aquarium
In schem’rig groen stukje van de oceaan
Zweeft als een schim het zeedier, transparant:
Zich vergetend, ziet door glazen wand
De mensengeest ‘t ontzaglijk wonder aan,
Hoe ‘t zieltje, dat in elk trillend orgaan,
Teer van doorschijnendheid, onzichtbaar brandt,
‘t vreemd, glazen vogeltje, zijn fijn als kant
Geweven vleugeltjes doet slaan.
Zo drijft mijn vers in mij, zelf deel van God
En iets, dat met verstand en weten spot,
Verbergt zich in kunst’ge doorschijnendheid;
En wie het leest, voelt, voor het ogenblik
Verplaatst, buiten de grenzen van zijn Ik,
Trillen ‘t mysterie van zijn eeuwigheid.
Brahman II, p. 335
Schrijver: J.A. dèr MouwInzender: Redactie, 15 december 2019
Geplaatst in de categorie: religie