De pruimenboom
Ene vertelling
Jantje zag eens pruimen hangen,
O! als eieren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
Schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
Noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
En niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
Ongehoorzaam wezen? Neen.
Voort ging Jantje: maar zijn vader,
Die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het lopen tegen,
Voor aan op het middenpad.
Kom mijn Jantje, zei de vader,
Kom mijn kleine hartendief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
Nu heeft vader Jantje lief.
Daarop ging Papa aan 't schudden
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
En liep heen op een galop.
Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen(1778)
Schrijver: Hieronymus van AlphenInzender: Redactie, 30 november 2001
Geplaatst in de categorie: kinderen
hoop dat iemand mij kan helpen hoe ik hier aan kan komen
vertelde mijn moeder altijd,
heb er dus goede herinneringen aan
en vind het prachtig !
kortom, typerend voor de tijd.
Maar ook leuk om lezen. Ze moesten er tegenwoordig meer zulke schrijven.
omdat ik het al uit m'n hoofd kende
toen ik in groep 3 zat.
ik hoop dat het gedicht nog lang blijft bestaan en onthouden wordt,
want ik moet het voor school leren.