inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876 - 1948

poëzie (nr. 4.225):

De Zeewind en de Landwind

De zeewind komt, een blonde schone,
de verten toegesneld van 't land.
Ze wil het scheemrend blauw bewonen,
dat oprijst uit de waterrand,

het onbekende gaan verspieden,
dat in ravijn en dalkom schuilt,
en 't nog verhulde der gebieden,
waarop de morgennevel druilt.

Ze komt, de wadem op de wangen
die nog iets ziltigs in zich houdt,
van 't losgevallen haar omhangen,
glanzend van louter zonnegoud.

Een schuimen sluier om de leden
zoals men er geen blanker zag, -
en waar zij komt, gaat om haar schreden
de schoonheid open van de dag.

Maar als zij voortgaat, en de zomer
haar in zijn middagvolte omvat,
wordt de begerige onrust lomer,
die eenmaal haar doorhunkerd had.

Doellozer doolt zij in de wouden,
de laat verlichte velden door.
Het is of iets haar zou weerhouden,
te naadren tot de avondgloor.

't Is, of een ongekend verlangen
naar wijder stilten haar doortrekt,
of zij van weemoed werd bevangen,
een droefheid in haar werd gewekt, -

en stervensmoede, en als geruster
bij het aanvaarden van de nacht,
bezwijmt ze in de armen van haar zuster,
de zwartgelokte, die haar wacht

en met zich voert, de vlakten over,
het onbegrensde tegemoet.
Men hoort de ritseling van 't lover
dat zij beroeren met haar voet,

en komen zij de ruimte binnen,
dan stort zich heel de rijke buit,
die zij van 't land zich mochten winnen,
welriekend in de verten uit.

De zeeman, bij zijn eenzaam waken,
voelt, als een nachtelijke zucht,
iets welvertrouwds zijne aandacht raken
en hem omdrijven in de lucht.

Hij onderscheidt de verse geuren
van woud en weiden, stelt zich voor
wat al bekends daar mag gebeuren, -
en zegt: daar komt de landwind door...

Schrijver: Jan Prins
Inzender: Redactie, 8 april 2021


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 1.068

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)