inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 33):

Nog hoorbaar, heel heel ver, is de avondtrein (1919)

Nog hoorbaar, heel heel ver, is de avondtrein, -
Blauw naast groen korenveld een boer aan 't werk.
Hei. Boven bos de toren van een kerk.
Rust, overal; 't diepst op de spoorweglijn.

'T is of de vijf telegraafdraden zijn
Een notenbalk; de sleutel - ginds, die berk;
De noten zwaluwen, zwart op 't rode zwerk;
De vlaggetjes hun staarten, lang en fijn.

En Mendelssohnse melodieën zingen
Op 't beukenpodium de gietelingen;
De nachtegaal vangt zijn nocturnes aan:

Dat hij bij 't hoogtepunt van zijn gezangen
Goed uit zal halen, komt herinn'rend hangen,
Als scheef point-d'orgue, 't boogje van de maan.

Brahman I, p. 146(1919)

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: J,M,, 5 december 2001


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 30 stemmen aantal keer bekeken 1.382

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)