inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1834 - 1899

poëzie (nr. 1.320):

Naar buiten gauw, om bloemen in te gâren

‘Naar buiten gauw, om bloemen in te gâren,
Naar buiten!... hoor de winden somber jagen.
't Is winter, ach! waar zijt gij heengevaren,
Of frisse geuren, schone zonnedagen?

De min verjongt mijn hart; ik, arme dromer,
'k Meende t'allen kant de jeugd te vinden,
En juichte: hé, naar buiten, lief! 't is zomer
En alle mensen zijn mijn goede vrinden.

O liefde! liefde! gij kunt 't hart bedriegen...
't Is winter, 'k heb geen jeugd en weinig vrinden.
Wat geeft het, 'k laat me in zoete dromen wiegen,
Zolang ik 't lieve bloemken trouw zal vinden.’

Bloemeken (1879)

Schrijver: Emanuel Hiel
Inzender: Redactie, 11 oktober 2009


Geplaatst in de categorie: planten

3.6 met 5 stemmen aantal keer bekeken 949

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)