inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1877 - 1932

poëzie (nr. 1.342):

Bij sneeuw

Er is wat sneeuw gevallen;
De lanen schitteren.
Doch koud zijn boom en steen,
Mijn dorre hart meteen,
Daar korte vreugde schallen
Die lang verbitteren.

Ik voel de winter wegen
Spijts al 't geflonker,
En zie in liefs gelaat,
Dat mij tot spiegel staat,
Mijn hoop op lentezegen
Nog immer donker.

Steeds moet de dag gedogen,
Bij strak verstrengen,
Wanneer hij over 't land
Zijn grijze bogen spant,
Dat hij niet kan verhogen,
Alleen verlengen.

Hoe lang nog moet ik derven
Mijn rode beuken,
Mijn berk, mijn hagedoorn,
Mijn leeuwrik boven 't koorn,
Het bos in al zijn verven,
En al zijn reuken?

Hoe lang de Vlaamse vlassen
De wiedsters, wiederen?
Het land der Leye, waar
De luchten diep en klaar,
En verten plots verrassen
Met galm van liederen?

Naar heel de wereld reiken
Mijn vrome wensen.
Toch voelt mijn hart alleen,
Vol troost, de Lente trêen
Beneden eenzame eiken
Naar moede mensen.

Schrijver: René de Clercq
Inzender: Redactie, 19 december 2009


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 1.188

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)