HET VENSTER
Door de drukke straat
Voor mijn glazen ruiten
Gaat menig, menig gelaat —
Menig ziel gaat daarbuiten
Voorbij het venster van mijn ziel.
Dichtbij mij drijft de volle stroom,
De stroom van het leven;
Als telkens het begin van een droom
Zie ik even — even
Een ziel gaan voorbij mijn ziel.
Zoveel zielen, die openstaan,
Nog zonder dorrende zorgen —
O, hoe hevig sterk gaan
Zij als de stralen van de morgen
Voorbij hel venster van mijn ziel!
Want hoe arm ook en hoe klein:
Zij zullen leven! leven!
Als wij niet meer zijn,
Als wij voorbij zijn gedreven —
Voorbij het venster van hun ziel!
Voorbij, als daar in de straat
Al die ouden: — de zwakken,
De schimmen van hel geslacht, dat gaat —
Als een vloot van wrakken
Voorbij het venster van mijn ziel.
En allen komen even door het licht
Van de zon, die even over allen,
Over ieders menselijk gezicht,
Een vlam van haar waarheid doet vallen
Voorbij het venster van hun ziel.
En door ieder gaat even het geluid
Van een orgel, ergens ver in de straten —
Dat stroomt een schoonheid voor hen uit,
Die weerspiegelt in hun gelaten
Als aan het venster van hun ziel.
Want muziek is voor jong en oud,
Vuurpijl van sterfelijkheden,
Van zwart en jubelend goud —
Bloem die wordt, glans van verleden
Voorbij het venster van onze ziel.
Want muziek is als een droom
In de droom van dit leven,
Als ging een zachte stroom
Van zielen even — even
Voorbij het venster onzer ziel.
Inzender: Redactie, 2 maart 2021
Geplaatst in de categorie: muziek