POËZIE
Poëzie,
tenger en sterk mirakel,
dat zich voltrekt boven een trosselke woorden,
boven een enkele zin,
boven een luttel woord;
ach trosselken,
ach woordenrei,
ach woord weiger van waarde,
wie heeft uw geest gewekt
en over wrokkige aarde
doen heilichten
- Gods blik die gloort -?
Dat is de tere, koninklijke kracht
uit eenzaamheid geboren
- eeuwigheidsnood -
aandachtige engelen in de nacht te zien
gracielijk schrijden over de logge dood.
Zie hoe die woordgestalte rijst
achter der engelen voet,
hoe zij ze beuren op hun vleugelenstoet
tot zij, in 't licht getild,
de schone steun verlaat
en in gestuite vaart
op hemelbogen staat.
Mystieke luister maakt haar lijf subtiel
zodat ze tijd en vormen overwint
en vloeiend van gebaar
en vol beweeg als wind
in smalle spanne diepe tochten doet,
miraculeuze reizen
naar de abiemen van 't gemoed.
Maar is zij deze ijlte doorgestraald,
voert zij geen zielen mede blijde en lichter,
dan knielt aan de overzij
beschaamd vóór hare voet
Gods droeve tovenaar
de dichter.
Inzender: Redactie, 17 april 2010
Geplaatst in de categorie: literatuur