inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1834 - 1875

poëzie (nr. 4.916):

Bij het doodbed

Hij stond voor haar gebogen,
Zichzelve nauw bewust;
Hij stond haar aan te staren:
Daar lag zij in eeuwige rust.

Het waslicht beeft en wemelt
Op 't levenloos gezicht,
De zaal is groot en somber,
"Is zij het, die daar ligt?"

Wat denkt die diepbedroefde,
Daar bij het dodenbed?
- Hij denkt aan kleine vreugden,
Die hij haar heeft belet.

Hij denkt aan haar goedheid,
Aan menig gruwzaam woord,
Hem soms in toorn ontschoten,
Door haar alleen gehoord.

Hij hief het oog ten hemel,
En sloeg de handen saam,
Als om vergeving smekend,
En fluistert hare naam.

Hij wil het hoofd afwenden,
En kan niet henen gaan:
"Och, opende ze eenmaal hare ogen,
Och, zag ze mij nog eens aan!"

Vergeefs! Gij krijgt geen antwoord,
In al uw wilde smart,
Geen blik dier gesloten ogen,
Geen klopping van dat hart.

Zijn droefheid steeg ten toppunt,
Hij weende en snikte luid,
En sloeg de hand aan 't voorhoofd,
En ijlde ter kamer uit.

En zij, die 't bespieden, zeiden:
'Wat heeft hij haar toch bemind;
Hij stond als verpletterd bij 't sterfbed,
En hij weende gelijk een kind!'

Schrijver: Rosalie Loveling
Inzender: Redactie, 19 april 2023


Geplaatst in de categorie: spijt

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 2.014

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)