inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1885 - 1933

poëzie (nr. 4.853):

VOLKEREN DES KRUINS

Volkeren des kruins, de komende,
De straks geboren wordende, hoort hij.

Ik wil, zegt hij, en bij de adem van
Zijn mond, verschuift de atmosfeer,
En maakt een jaagpad open voor zijn woord.

Ik wil ontvangen van de nacht en schemer,
En van de gouden ochtend het geheim,
Ik wil het nog niet zichtbare doorzien,

Ik wil doordringen dit oneindige,
Altijd wijkende, en fluisterende
Hoog mysteriespel, dat Leven heet.

Dronken van kracht neem ik de nieuwe dag,
Waarop de goudbevachte wolken drijven,
Neem ik de schubbig rinkelende zee,

Neem ik de ronde aarde met mijn handen,
Buig haar tot schip, te varen in het ruim,
Bij het gejuich der vanenrijke sterren.

Helpe mij broeders, want de zee is machtig,
En het licht klimt nog niet aan de einder,
En de woeste elementen dreigen.

U te maken heerlijker dan ooit
Goudbesponnen bloeiend rijke aarde,
Eindloos blauw heelal, grijp ik U aan.

Schrijver: Abraham van Collem
Inzender: Redactie, 16 januari 2023


Geplaatst in de categorie: wereld

3.0 met 11 stemmen aantal keer bekeken 1.885

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)