Dagen voorbij
De langzame opstanding van het koren
onder de hand van de wind.
Door zeegroen waas van jonge korenaren
zien blauwe bloemen, als door morgendauw.
O dagen, die voorbij zijt, gij ligt begraven
onder blauwe luchten en zomerblond,
onder golvend koren.
En daar staan, als grote, blanke marmerbeelden,
de stille witte wolken op uw graf;
hun ogen zijn gesloten voor hun dromen.
Dagen voorbij, die slaapt in lichte nissen
van zomerzon, heel 't landschap is uw graf
en kapellen zijn gebeiteld in het blauw
boven rode korenrozen.
Als in de verte de lucht trilt ... wie roerde uw oogleden aan?
Als de wind gaat door 't koren ... wie uwer is opgestaan?
Gedichten
Schrijver: Augusta PeauxInzender: Redactie, 18 november 2010
Geplaatst in de categorie: natuur