inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1837 - 1895

poëzie (nr. 1.581):

Mooie vogels

Kalkoenen en fazanten,
Maar pauwen nog het meest,
Zijn steeds zo mooi, als moesten
Zij daaglijks naar een feest.

Geen kleur is te bedenken,
Geen glans heeft schoner gloed
Dan die van deze vogels
De veêren schittren doet.

Roodgoud met groene weerschijn,
Azuur en hemelblauw,
Paars, violet en purper,
Die kleuren draagt de pauw.

Bloedrood van hals, de snavel
Lichtgeel als een citroen,
Sneeuwwit geschulpt de slagpen,
Zo tooit zich de kalkoen.

En als een kleed, vervaardigd
Uit paarlemoer en kant,
Zo is de dos der pluimen
Van d'edele goudfazant.

Geen wonder dat die vogels
De hof tot sieraad zijn,
Waar ze op het grasperk wandlen
In zomer-zonneschijn.

Geen wonder dat hun veêren,
En 't eerst die van de pauw,
Zeer dikwijls moeten dienen
Tot waaier voor mevrouw.

Maar ook dat men ze sierlijk
Naast pluimen steekt van 't riet,
Tot pronk der schoorsteenvazen;
Want rijker kan het niet

Wol en dons (1885)

Schrijver: Anton L. de Rop
Inzender: adm, 19 januari 2011


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 1.354

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)