HERFSTHEIDE
Vol grijze dreiging hangt het zware zwerk
Op 't rossigbruin van de uitgebloeide hei.
Langs 't bleke zandpad zeult een kar voorbij
Een donker schonkig paard. Eén tengre berk
Rijst rank op 't grauw met siddrend bladgesprei.
En plechtig ruist, 'lijk 't orgel in een kerk,
De wind door 't woud van sparren lenig sterk
En sombre beuken, 't heideveld terzij.
'k Vlij me in een kuil en dek mijn leden moe
Met geurend blad en ros ruig heikruid toe
En luister, oor en hart aan heideschoot.
Nu waar 't wel zoet, terwijl ik d' aardgeur dronk,
Zo stil dit hart werd en hier zacht verzonk
In 't lang verlangd mysterie van den dood.
Natuurpoëzie, J. H. Kok, Kampen(1930)
Schrijver: Helene SwarthInzender: Han Messie, 12 maart 2011
Geplaatst in de categorie: natuur