Uitkomst-rijm
De bleke maan godslampte door de kille ruiten,
Ik handen in mijn zakte, pijpte in mijn mond,
Zo ruizerijmerde ik zonder Rijm, naar buiten,
“Geen muz’,” helaasde ik, “die mij stof tot dichten zond.”
Ik straatopte. Maar ’t heeft mijn stemming niet verbeterd;
Een enkeling klabakte voetstapsdreungedruis...
’t Was zestien graden onder nul gethermometerd,
Een straatnimf gajemeede, ’k neende nors naar huis.
Of ik al stevig kachelcokesde, ’t mocht niet baten,
Het warmekamerde, maar ach! mijn geest bleef koud.
“Moet g’ ongeschrijfmachiend,” zuchtt’ ik, “uw epos laten?”
Hebt gij geiedereweekt, dat gij thans staken zoudt?
Ik was geërgernist en had het uitgejammerd,
Waar ’k niet te goeder uur gereddingd uit de brand.
Ja. Gij hadt zonder Rijm gegroeneamsterdammerd,
Had ik niet net op tijd nog gegrootnederland.
----------------------------------------------------------------
Juist voor dat De Groene ter perse ging, bladerde Charivarius, die maar geen onderwerp voor een Rijm kon bedenken, Groot-Nederland 1921 door.
Op bl. 403 las hij: “Rustig godslampte een ster”. Rijm klaar.
Nederlandse nonsens op rijm
Schrijver: CharivariusInzender: adm, 27 juli 2011
Geplaatst in de categorie: taal