inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1753 - 1824

poëzie (nr. 1.710):

HET LIJDEN

0, zwarte, lange en droeve jammernacht!
Die, bij gesteen en eindeloze klacht,
De morgen wenst, en sidderend verwacht,
Gij zijt mij heilig!

Waar ik mijn oog, vermoeid van traan op traan,
Bij 't flauwe licht der doodse lamp moog' slaan,
Ik zie Gods zegel op des lijders voorhoofd staan
Zijn lot is veilig!

Een wrede slang knaagt aan het menslijk hart,
Zij tiert bij vreugd, maar kwijnt en sterft bij smart.
Daar werd het leed, dat hier wel weerstand tart,
Maar steeds haar griefde.

Dan zinkt het weg bij 't stoflijk overschot,
En stoorloos heil bekroont het menslijk lot.
Juich, droeven! juich! waar lijden is, is God,
De hoogste Liefde!

0, moeder, die bij uw gefolterd wicht
Zo hooploos waakt, zo angstig 't wiegkleed ligt,
Maar telkens meer op 't ingegroefd gezicht
De dood ziet zweven!

Wat scheurt u 't hart? God staat aan uwe zij,
Hij mint uw kind veel tederder dan gij,
En plant de roos uit 's werelds woestenij
In Edens dreven.

Schrijver: Rhijnvis Feith
Inzender: Redactie, 31 juli 2011


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 1.575

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)