IN ENE WINTERNACHT
Op bergen had de winter hoog
Zijn witte vaan geplant,
En zag met koud en glinsterend oog
Omlaag op 't groene land.
Dáár rustte gouden zonnegloed
Op 't langgepluimde gras;
Dáár toefden warmte en overvloed,
Alsof het zomer was.
Of was de lucht niet blauw en klaar,
Al kromp de blijde dag?
Geen bloempje nam de vijand waar,
Die op de hoogten lag, -
Eer, in het grauwe nevelkleed,
Dat kilheid met zich droeg,
De berggeest van zijn sterkte gleed,
En kleur en geur verjoeg.
Wat lente koesterde in haar schoot,
Wat heel een zomer bracht,
En herfstmaand spaarde, werd gedood
In éne winternacht.
Astrea, 1(1881)
Schrijver: Frederik HemkesInzender: Han Messie, 25 augustus 2011
Geplaatst in de categorie: jaargetijden