inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1756 - 1831

poëzie (nr. 1.827):

De winter.

Het vochtige teken
Der stortende beken
Rijst over ons hoofd.
Nu zinken de stralen,
Waar heuvels en dalen
Door wierden gestoofd.
De snelheid der stromen
Begint te verlomen,
In 't vallen gestuit
Door schuivende korsten,
Die de oevers doen dorsten
Met telgjens en kruid.
De koele Najaden
Verleren het baden,
En schuilen in 't hout:

En 't groeien der plassen
Maakt vuile moerassen
Van weiden en woud.
Zo wislen de stonden,
Aan beurten verbonden,
En houden hun tree!
Zo spruiten en sterven
En bloemen en gerven,
En boomooft en snee!

Viersoortige rente,
Van 't bloeien der Lente
Tot d' aftocht der kou!
En loop der Getijden,
Ons nu tot verblijden,
En dan weer tot rouw!
Gij hebt met ons haken
Naar nieuwe vermaken,
Hetzelfde gemeen:
Zo drijven de wensen
In 't harte des mensen
Elkanderen heen. -

De dwingland ontweken,
Die de opene streken
En velden verwoest,
Vliên Floraas gespelen;
De grond ligt te kwelen;
En 't ploegijzer roest.
Beschouw dees violen,
Nog even ontscholen
Aan 't woeden der lucht:
Op 't steeltje gebogen,
Ontduiken zij de ogen
En geven een zucht.
Dees dorrende heester,
De winden nog meester,
Beschutte' 't nog kort:
Daar slaat hem het weder
Op 't plantje ter neder,

En 't bloemtje verdort! -

Nu zoekt hy de steden
Die, kortlings geleden,
De velden bezong:
Nu vlucht men die oorden,
Die korts zo bekoorden,
Met haastige sprong.
Ondankbare vrinden,
Wie de adem der winden
Zo spoedig verdreef!
Maar zeg, wat beminnen,
Gegrond op de zinnen,
't Vermaak overleev'? -
Nu tracht men de dagen
Door 't spel te verjagen,
Door zang en toneel:
En 't vluchtige glimmen
Der zon op de kimmen,
Schijnt thans nog te veel. -

Voor ons, mijne Odilde!
De Landgrond verspilde
Zijn zoet niet voor ons:
De Zomer mocht naken,
Wij voelden geen blaken
Des koestrende zons.
De Winter mag naadren,
En wouden ontblaadren,
Wij vrezen geen vorst.
Geen dagen verdrieten,
Daar de uren me ontschieten,
Geklemd aan uw borst.
De keer der seizoenen
Moog dorren of groenen,
Onze Echtkrans blijft fris:
U, mijne te heten,
Is, al te vergeten,
Wat buiten ons is.

Schrijver: Willem Bilderdijk
Inzender: Redactie, 18 december 2011


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 2.357

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)