Lente
Daar zijn de knoppen wonderbaar gebroken,
De lentezegen breekt er stromend ùit...
Op koele wuiving drijven zoete roken...
De lucht is één wijd ruisen van geluid!...
Dat lijkt een liefelijke toversproke
Van wijdse heerlijkheid, die plots ontspruit
Bij lichter feeë roede... leve' ontloken
Glorieus... nog pas met rouwklokke uitgeluid!
Zijn 't nu mijn harte-knoppen, die daar breken,
In weelde ùitstromend, bij het laafnis-leken
Van 't warme licht, rein heiligend gespreid?
Dat vreemd bedwelmen... zijn 't mijn harte-aromen?...
Is 't àl een toversproke, in lichte dromen
Eens stil gedroomd als wondre werklijkheid?...
Gedichten (1895)
Schrijver: Eduard BromInzender: Redactie, 11 maart 2012
Geplaatst in de categorie: jaargetijden