De meeuwen
De meeuwen vechten, vleugels hol,
en hangen aan de wind. Zij vallen
in 't bouwland neer, - en, neergevallen,
maken ze 't langs de voren vol.
Zij namen overland de wijk,
en zochten langs de brede stromen
hun toevlucht, - om op kracht te komen
achter de hoge winterdijk.
De snavels, onder pen en veer,
herstellen de geleden schade.
Maar 't nader klinken van de spade
des akkermans verjaagt ze weer.
Ze vliegen op, - de vleugels reê
zich klauwende aan de lucht te klampen.
Een ogenblik ziet men ze kampen. -
Dan voert de felle wind ze mee.
Inzender: adm, 23 april 2012
Geplaatst in de categorie: dieren