ZOMERMORGEN
Neevlen dekken nog het veld,
Maar des leeuwriks stijgen meldt
Weer een nieuwe dag en zingt,
Dat het licht de nacht verdringt.
Musjes in hun asgrauw pak,
Krieuwen slaaprig op het dak;
Vrolijk laat de wakkre haan
In de schuur zijn wekker gaan.
Allengs blauwer wordt de lucht,
Als de nacht naar 't Westen vlucht;
Op de kerkspits vlamt een schicht
Van het rijzend morgenlicht.
Vóór de huizing in de tuin
Wuift de linde met haar kruin,
En het bloempje heft zijn knop
Naar de heldre hemel op.
Rimplend biedt de klare vloed
Aan de dag zijn welkomstgroet;
Blijdschap spreekt uit al wat leeft,
Nu het licht naar boven streeft.
De Banier, 5.(1879)
Schrijver: Frederik HemkesInzender: Han Messie, 5 juni 2012
Geplaatst in de categorie: jaargetijden