inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 1.970):

o Perenboom belaên

o Perenboom, belaên
met al goudgeelwe blaên,
oktoberziek en treurig,
de winter is 't, die naast,
en 't al het land uit blaast
dat groeizaam is en geurig!

Nog onlangs stond gij daar,
o schone perelaar,
één witte wolke blommen,
die 't weerd was om te zien,
en die naar u de biên
van verre en na deed kommen.

De zomer ging voorbij,
en dan bekroondet gij
uw edel hoofd met bruine,
zoetvleesde peren, van
daar schier mijn hand aan kan
tot in uw hoogste kruine.

Nu staat gij daar en treurt,
ontkinderd en ontkleurd,
en schijnt alom te vragen:
zal niemand, die mij zag
in mijne schone dag,
me een meêlijend herte dragen?

o Perenboom, vaar wel;
'n wilt vóór winter fel
noch weemoed buigen neder:
de winter komt en gaat,
o Perenboom: weêrstaat,
verrijzen zult gij weder!


---------------------------------------------
goudgeelwe: goudgele
de winter naast: de winter nadert
biên: bijen
van verre en na: van heinde en verre

Jaarkrans (1893)

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: adm, 26 september 2012


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 2.184

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)