inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1861 - 1937

poëzie (nr. 1.970):

Najaar.

Er liggen lange strepen in de lucht
Van donker-grijs, de zon verbergt haar schijn;
De heuveltop, gehuld in ’t mistgordijn
Staat als een reuzenschim, ver weggevlucht.

De wind kreunt met een lang-gerekte zucht,
Als deed het machtige ademen hem pijn,
Gedoken zit het stomme vogelijn,
En ’t laatste broze bloempje trilt geducht.

Dof daalt de grauwte van de hemel neer,
E brengt een weemoedsstemming over de aard’,
De grijze leegte dringt in mijn gemoed.

As-bleke misten stijgen uit het neer,
Een vale schimmenstoet, uit vocht gebaard,
En doven uit de laatste zomergloed.

Eerste gedichten

Schrijver: Edward Koster
Inzender: Redactie, 25 september 2012


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 561

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)