De zwerver
‘Gevloden zijn de dromen eens bemind,
Verdord de wondre bloemen der gedachten,
De lach der dagen en de lust der nachten
Zij zijn verwaaid als klanken op de wind.
Ik vraag niet meer, mij kan geen vreugd meer wachten
Mijn lijf is wond, mijn ogen zijn verblind, -
Ik dwaal nu tot mijn leed de vrede vindt
Wiens teêre streling alles zal verzachten.
Mijn peinzen zwijgt, - heb ik dan niets gewonnen
Bij 't rustloos zwerven langs des levens kusten
Dat niet verbrak, dat niet tot niets verging?
En in mijn ziel waar zoveel smarten bronnen
Rijst zacht geluid, een stem van stil berusten: -
Toch, één ding bleef: de schone erinnering.’
Inzender: adm, 16 januari 2013
Geplaatst in de categorie: spijt