inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887-1954

poëzie (nr. 2.055):

Een droom uit het zuiden

(Het lied van een zieltje dat wijsjes zong, tot het de liefde leerde.)


Daar was een rozentuintje,
Zo fris en morgen-jong,
De Meiwind roerde elk kruintje
En 't wufte bijtje zong.

De Meizon vleide een kleurtje
Om àl de roosjes heen,
Waar menig teder geurtje
Uit wolkte en stil verdween.

De kleur'ge vlindervluchtjes
Omrilden tak en bloem,
Zij neurden korte zuchtjes
Van een geheime roem.

En rose en witte blaadjes
Die daalden traag en zacht,
En sierden blanke paadjes
Met schoonheid zonder pracht.

Daar liep een heel klein meisje,
In zilver-wit gekleed,
Zij speelde een fluitewijsje
Van vreugde en dàn van leed.

Een nauw bewegend kindje,
't Leek blijde en heel tevree,
Heur haar in 't murmlend windje
Woei met de geurtjes mee.

Zij was een room-bleek beeldje,
Haar zoet gebaar ging broos
Als een beminnend streeltje
Rondom de rijpste roos.

Die legde ze in een bedje
Van blaadjes, wit en kuis,
Toen zweefde 't luchtig tredje
Weer naar haar lichte huis.

Haar kleine fluiteliedjes
Vergat zij gans en al,
Haar lachen en verdrietjes
In morge' en avondval.

Daar stond het rozentuintje
Weer zwijgend en alleen,
De Meiwind roerde elk kruintje,
De Meizon lonkte en scheen.

En heel het blonde daagje
Vergleed en glom zo teer,
Geen lachje en geen klaagje
Omzong de rozen meer.

Worstelingen (1910)

Schrijver: P.N. van Eyck
Inzender: adm, 21 januari 2013


Geplaatst in de categorie: tijd

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 1.149

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)