inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1938

poëzie (nr. 2.181):

Ave Maria

Ik droomde van een kálme, bláuwe nacht;
De matte maan lag laag in mistig glimmen –
Maar hóóg scheen van de schemerende kimmen
Der klare starren wolkenloze wacht.
Toen, tussen maan en starren, rees Zij zacht –
Mij zoeter dan de Muze! – en scheen een schimme,
Wijl ’k om haar hoofd als diademen klimmen
En dalen zag der starren gouden pracht.
O liefste Mijne! éer ik een gróete vond –
Ave Maria! ruiste ’t door mijn ziele,
En heel mijn ziele ruiste U toe – één zucht...
Totdat op eenmaal door de stille lucht
Al die miljoenen gouden droppels vielen,
En Ge als een heilige in die glorie stond...

Schrijver: Willem Kloos
Inzender: Redactie, 15 juni 2013


Geplaatst in de categorie: idool

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 2.435

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)