Gij was aan mij gelijk de winde…
Gij was aan mij gelijk de winde
die wentelt om een koren-aar;
dra zal ik aan mijn wang bevinden
de zoete streling van uw haar.
Dra zult gij ‘t glanzend voorhoofd beuren
tot waar mijn slapen komm’rend staan:
zo ziet men, wild, een winde geuren
naast ‘t wegen rijpen van het graan.
o, ‘k Ben geen sterke; moe-gedragen,
verzwaart vaak de angst mijn levens-last;
maar ‘t is mij waar ‘k uw wasdom schrage,
of blijde een échte steun me omwast.
Zo reikt de liefde, o mijn beminde,
verrijkt me uw liefde in vreze en vaar,
- gelijk een geur’ ge wentel-winde
die sterkt en loont haar koren-aar.
Inzender: Redactie, 7 september 2013
Geplaatst in de categorie: liefde