inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1840 - 1907

poëzie (nr. 2.234):

Mijn kind, mijn leven

Ik weet het wel, ik weet het wel;
De liefde lokt en dwingt zo fel.
De blik der liefste is zonneschijn,
Haar adem geurt als ambrozijn,
Haar kus vervoert tot waanzin toe,
En nimmer is men 't kussen moe.
Maar wat is, liefde, uw gloeiend vuur,
En uw genot, zo kort van duur,
Bij de kus van mijn kind, mijn leven?

Wat schokt, beweegt zo diep de ziel
Van hem, die roemzucht overviel!
Hij streeft, hij klimt hardnekkig voort...
Nu wordt zijn naam alom gehoord:
'De kunstnaar, heil! Hoera! de held!’
Dan glanst het oog, de boezem zwelt.
Maar wat is kunst en roem en eer
Bij 't strelend handje en 't lachje teer,
Bij de kus van mijn kind, mijn leven?
 
Ja! alles, alles smelt, vergaat
In 't kind dat aan mijn zijde staat,
Voor 't kind dat aan mijn lippen hangt
En liefdrijk mij in de armen prangt;
Wiens ziel zo rein in de ogen straalt,
Wiens mond zo zoet mijn naam herhaalt;
Mijn kind, mijn roem en hartelust,
In wie mijn wens, mijn hoop berust,
In wiens leven ik mag herleven.

Kom hier, mijn kind, zo zwak en klein,
Kom hier, mijn kind, zo schoon en rein,
Kom hier, in 't binnenst van mijn hart;
Daar schut ik u voor kwaad en smart,
En 'k voed u met mijn vlees en bloed,
En 'k warm u aan mijn liefdegloed.
Dan zij mijn loon dat elke dag,
Dat ik u zo beschermen mag,
U beminnen, mijn kind, mijn leven

Uit het hart! (1874)

Schrijver: Gentil Antheunis
Inzender: adm, 16 oktober 2013


Geplaatst in de categorie: ouders

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 1.354

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)