Sterven
Wat machtige deining hief het teer lichaam
En deed het weer in wilde branding zinken ?
Wat verre wind deed kreet na kreet verklinken,
Alsof die over wilde golven kwaam ?
Was het een klacht, een vraag, een lieve naam
Uit lief verleden in een plots herdenken ?
't Scheen al zo ver : wij wilden u te ons-waart wenken,
Waar wij aan veilige oever stonden saam.
Wat klippen, wervelstromen toogt gij langs?
Wat zonne zaagt gij verre kustzoom stovend,
Een lief tehuis en wederzien belovend ?
't Was u al na, 't Verleden en het Thans.
Nu ligt ge als droeg een zachte stroom uw leen,
Met witte vree van bloemen om u heen.
Verzen (1920)
Schrijver: Hein BoekenInzender: adm, 25 oktober 2013
Geplaatst in de categorie: afscheid