inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1893 - 1919

poëzie (nr. 2.328):

Madame la Marquise

Een lied ruist ijl en rank; een vrouw speelt aan 't spinet
En neurt heel zacht de wijs; de blanke toetsen schreien
Hun zoet en simpel leed door 't schemerend salet.

Maar wie haar gratie won nijgt aarz'lend haar bezijen
En zoekt haar need're blik. Een stille geur verbloeit
Van onvervulde drome' en teed're specerijen...

Ze heft 't gedoft gelaat; het zoet geneur vervloeit
Tot lage fluistering; haar smalle vingers roeren
Het laatst akkoord. Dan schâuwen, bleek en teer gegroeid.

Op 't matte gobelijn, de bevende contouren
Van een versmolten beeld.... Een schucht're hand bewoog
Een toets; de snaar vertrilt.... Reeds welkt de peerlemoeren

Tot bleker avondlucht. Zij talmen aan de toog
Van 't open venster, waar de donk're olmen lijnen.
Zij schertsen, maar een weemoed schemert in hun oog;

Krank van verteerden lust en delicate pijnen
Paren de woordjes zich aan heus en lucht gebaar,
En de mimosa kwijnt, roerloos in 't porseleinen

Geraad, vóór 't spiegelglas van 't duisterend boudoir.

Schrijver: Johan van 't Lindenhout
Inzender: Redactie, 22 februari 2014


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 308

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)