Lenteboomgaard.
Hier is jonge aarde één wijde bloesemhalle.
Bomen en bomen zover de ogen reiken
Doen takske aan takske in gulle blijheid prijken
Met bloesemsneeuw, sneeuwigste sneeuw van alle.
Is 't niet of uit zonhemel neer kwam strijken
Een vlucht van vlindertjes, zó neergevallen
In dromerig verpozen; duizendtallen
Van vlerkjes fijn, die vleugelbloempjes blijken?
Al mondjes 't leven drinkend in de lucht,
Gretig, intens. En 't goudlicht neergezegen
Liefkoost en koestert ze. Ritsling van vlucht
Van kleine vogel even.... Dan bewegen
Noch ritslen meer.... Àl stilte, àl teerheid: zacht
Om ons van 't leven mysterieuze macht.
Inzender: Redactie, 17 maart 2014
Geplaatst in de categorie: jaargetijden