Mei
Nu juichen de vogels met vrolijk gefluit
Om het lentewonder,
En boven de bomen, met donker geluid,
Gromt de verre donder.
Ik ruik al seringen - een geitje blaat
En de dromers dolen.
Een venter roemt, langs de grauwe straat,
Zijn mooie violen.
Een kindje springt touwtje, met blij gezicht,
In haar rozeklêeren.
De bomen verroeren hun twijgen licht,
Als bewogen vêeren.
En de winter is weg en 't is eindelijk Mei
En ik wacht een wonder -
En boven de wuivende bomenrij
Gromt zacht de donder.
De Gids jaargang 77 (1913)
Schrijver: Helene SwarthInzender: adm, 11 mei 2014
Geplaatst in de categorie: jaargetijden