inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1861 - 1937

poëzie (nr. 2.380):

LENTE

De regen tinkelt in de plas,
En lichter groent het lage gras,
De tere blaadjes lopen uit,
En donker gloeit het heidekruid.

De vogel tjuikt zijn liedje weer,
In blauwe dromen ligt het meer,
Een zachte wind waait door de lucht,
En sterft in ’t woud met flauwe zucht.

Hoor! welk melodieus gekweel
Stijgt uit der nachtegalen keel,
Jong licht schiet door de luchten heen,
Jong mos groent op de grauwe steen.

O alles zingt van volle vreugd;
Natuur, herboren in haar jeugd,
Der bomen strelend ruisgeluid,
Der voog’len zangerig gefluit.

Eerste gedichten (1888)

Schrijver: Edward Koster
Inzender: Redactie, 12 mei 2014


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 374

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
14 mei 2014
Báh!, wat een nietszeggende zoeternij! Geen wonder dat de Tachtigers rebelleerden!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)