Koffieliedje
Arabia,
Batavia,
Gij wieg en woon,
Gij hof en troon
Der koffieboon,
Gij broedt de gloed,
Die goed ons doet;
Gij voedt ons bloed
Met vroede moed!
Gegroet, gegroet
Gij wieg en woon,
Gij hof en troon
Der koffieboon,
Arabia,
Batavia!
Daar rommelt de trom
Al over het vier,
Daar schommelt zij om
Met geurende zwier;
De draaiende kolk
Ontwaaiet de wolk -
Gebrand is de boon,
Zo bruin en zo schoon!
Wen schettrend zich rept
De vrolijke kok,
En knetterend klept
De koperen klok,
Wen 't zwengelke zwaait
En 't moleke draait,
Dan zijgt in de la
Het gemalene dra.
'ne rokende lucht
Vol geur ons omringt,
Wen 't kokende vocht
De koffie doordringt.
Wat kittlend gejeuk
Veur smaak en veur reuk!
Kom, vrienden, te gaar,
De koffie is klaar!
Hem klinke de dank,
Die 't boontje ons gaf!
Wij drinken de drank
Wel tot aan ons graf.
Nu, ’t kopje maar vol...
Geen kop is op hol!
Een man is een man.
Al leegt hij de kan!
Arabia,
Batavia,
Gij wieg en woon,
Gij hof en troon
Der koffieboon,
Gij broedt de gloed,
Die goed ons doet;
Gij voedt ons bloed
Met vroede moed!
Gegroet, gegroet
Gij wieg en woon,
Gij hof en troon
Der koffieboon,
Arabia,
Batavia!
Verspreide en nagelaten gedichten (1869)
Schrijver: Johan Michiel DautzenbergInzender: Redactie, 3 september 2014
Geplaatst in de categorie: drank